Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bronckhorst (Jan van)

betekenis & definitie

Bronckhorst (Jan van) - Bronckhorst (Jan van), of Johannes Noviomagus, Nederl. geleerde, geb. in 1494 te Nijmegen, werd omstreeks 1539 hoogleeraar in de wijsbegeerte aan het Collegium Montanum te Keulen, in 1542 prof. in de wiskunde te Rostock, aanvaardde in 1546 eene benoeming tot rector aan de Latijnsche school te Deventer, vluchtte bij de komst van Alva in 1569 naar Keulen en overleed daar in 1570; hij schreef: De astrolabii compositone (1633); Apologia pro identitate auctoris librorum de coelesti Hierarchia cum Dionysio Areopagita (1536); Etymologia grammaticae latinae (1559), uitgaven van Gregorius Trapezuntius, Beda, Ptolemaeus, enz.

< >