Bromberg - 1) regeeringsdistr. der Pruis. prov. Posen; 11.500 KM. groot. Het land is over het algemeen een zachtgolvende, zandige, boschrijke vlakte, waardoor de breede dallaagten van de Netze en de Brahe loopen. In het N.O. wordt het door den Weichsel begrensd.
Het Z.O., waar de Netze ontspringt, is het z. g. Kujawische merenplateau, dat met zijn keileembodem niet onvruchtbaar is, even als het door Frederik den Grooten gedraineerde Netze-dal. Landbouw en veeteelt zijn de hoofdmiddelen van bestaan. Het Kujawische merenpl. levert tarwe en suikerbieten, de talrijke meren visch; zout wordt gewonnen bij HohenSalza (Inowraslaw); turf in het Netze-dal. — 2) B. (Poolsch Bydgoszcz), hoofdstad van het vorige; 62.000 inw. De stad ligt aan de benedenBrahe en heeft een gunstige ligging ten opzichte van het verkeer, daar zij dicht bij den Weichsel en de bevaarbare Netze, aan het Brombergerkanaal ligt, dat beide rivieren verbindt, en aan den spoorweg Berlijn—Thorn—Warschau. Zij heeft eenige industrie (machine- en meelfabrieken). B. wordt het eerst in 1252 genoemd, behoorde beurtelings aan Polen en aan Pommeren en van 1327— 1343 (vrede van Kalisch) aan de Duitsche Orde; Van 1343—1772 weer tot Polen. In de 16e eeuw een belangrijke handelsstad, ging het later sterk achteruit, en was, toen het in 1772 aan Pruisen kwam, een onbeteekenend plaatsje. Sedert de tweede helft der 19e eeuw is het weer hard vooruitgegaan.