Bristol - 1) Stad in het graafsch. Gloucester, Z.-W. Engeland ; 360.000 inw. ; gelegen aan den Avon, dicht bij zijn monding in de Severn. De geweldige getijden van het Bristol-kan. dringen tot hiertoe door, zoodat groote schepen B. kunnen bereiken.
Daar het kanaal van B. zoover in het land doordringt, is B. de belangrijkste toegangspoort van uit het W. in het Z.-Eng. heuvelland; het is daarenboven door het Kennetkanaal met de Theems en Londen verbonden. De scheepvaartbeweging bedroeg in 1912 2.519.000 ton. Van B. uit gaan spoorlijnen naar Londen, naar het N., de Zuidkust, en met een tunnel onder de Severn door, naar Z.Wales. B. heeft vooral verkeer met Amerika, WestIndië en Ierland. Ook belangr. industrie (wol, leerlooierij, suikerraffinaderij, glas, metaalwaren). Te B. is een Nederl. consul gevestigd. Oud-B. ligt aan den rechter-, de nieuwere wijken Redcliff en Clifton aan den linkeroever van de Avon. De stad heeft een Gotische kathedraal en vele andere kerken, talrijke overblijfsels van middeleeuwsche architectuur en jongere gebouwen; o. a. het bisschoppelijk paleis, de beurs, enz.; een university-college, handels- en zeevaartscholen, bibliotheken, musea, enz.
Bij Clifton, de Westel. voorstad, heeft men minerale bronnen. — B. is een zeer oude stad, bestond ten minste al in 430, en was reeds in de middeleeuwen een aanzienl. plaats. In de 16e en 17e eeuw was het door den handel op Amerika de tweede plaats van Engeland. In 1838 werd hier de eerste stoomvaartverbinding met Amerika geopend, n.l. de Great-Westem. ’t Is de zetel van een bisschop. Ned. consulaat. — 2) Stad in den staat RhodeIsland, in ’t N.O. van de Vereen. Stat., door spoorlijnen met Boston en New-York verbonden; 7000 inw.; fabrieken van gummiartikelen. — 3) Stad in den staat Tennessee, op de grens van Virginia, in ’t Z.O. der Vereen. St.; 5000 inw.; tabaksmarkten.
