Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bril

betekenis & definitie

Bril - 1) bril of lunet is bij draaibanken een, gewoonlijk met houtblokken gevoerde ring, die op het draaibankbed geplaatst wordt bij het draaien van lange, dunne voorwerpen b.v. assen; het te draaien voorwerp loopt door deze b. die belet dat het uitwijkt voor den beiteldruk. De b. wordt ook gebruikt, indien lange cilinders met een tapsch einde, aan die zijde ingeboord of op andere wijze bewerkt moeten worden. Het eene einde wordt in den draaibankkop vastgeklemd, het andere loopt dan in een b. waarvan de voering eveneens tapsch moet zijn. — 2) De drukring van de stopbus*, die met twee schroefbouten bevestigd wordt om de pakking vast om den zuigerstang te persen, opdat een stoom- of waterdichte afsluiting verkregen wordt. — 3) Inrichting bestaande uit een stel geslepen glazen, die door middel van een, meestal metalen, houder voor de oogen wordt geplaatst. De naam b. komt van de beryllium, dat glas beteekent.

In een grafschrift in Florence uit 1317 wordt Salvino degli Amati als uitvinder van de b. genoemd, hoewel de kennis van vergrootende glazen klaarblijkelijk tot in de 11de eeuw teruggaat. De b. dient tot beschutting van de oogen, tegen stof, tegen te fel licht (smoke glazten) of tot verbetering van het gezichtsvermogen. Concave sphaerische glazen dienen om bijziendheid; convexe sphaerische glazen om over-verziendheid* te corrigeeren. Cilindrische, in bepaalde richting geslepen en geplaatste glazen verbeteren astigmatisme*. Men kent vele varianten op den gewonen vorm der glazen.

Zoo glazen, die in de boven en de benedenhelft verschillend geslepen zijn (Franklin’sche glazen), voor het zien in de verte en op korten afstand; convexe glazen, waarvan de bovenhelft is weggenomen (pantoskopische glazen) die dus alleen voor werk op korten afstand dienen. Punktal-glazen zijn zoodanig geslepen, dat ook bij zijdelmgsch Wenden van den blik een lens met dezelfde brekingsindex voor het oog blijft. Men drukt den brekingsindex van het brilleglas uit in dioptrieën*, waarbij de lens met een brandpuntsafstand van 1 Meter de eenheid vormt. Concave glazen dragen een negatief, convexe glazen een positief teeken. Hoe grooter het aantal dioptrieën, des te sterker brekend is het glas.

< >