Brik - 1) open 4-wielig voertuig, waarin de zitplaatsen meestal tegen de zijwanden van den bak zijn aangebracht; — 2) 'zeilschip’ met twee vierkant getuigde masten, waarvan de achterste „groote mast” heet; het zich daaraan bevindende gaffelzeil wordt „brikzeil” geheeten. (Zie fig.); — 3) wan-bakken nieuwe metselsteenen. In Limburg algem. naam voor baksteen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk