Brifaut (Charles), 1781—1857, verheerlijkte in zijn verzen, als meer anderen, zoowel het eerste Keizerrijk (Naissance du roi de Rome) als de Restauratie (Ie Retour de Louis XVIII). Zijn naam is op zeer bijzondere wijze verbonden aan de geschiedenis der Fr. tragedie in het Napoleont. tijdperk. Het klassieke treurspel, dat een schitterende plaats had ingenomen in de letterkunde der XVIIe eeuw, en zich, dank zij de niet altijd gelukkige pogingen van Voltaire gedurende de XVIIIe eeuw had weten te handhaven, was in het begin der XlXe eeuw uitgebloeid. Ziel en leven waren nagenoeg verdwenen; het was een vorm geworden, waarin de zwakke navolgers van Corneille en Racine, of liever van Voltaire, statige Grieksche, Romeinsche, soms ook nationale helden en heldinnen lieten optreden, wier hoogdravende, dichterl. ontboezemingen het gemis aan gloed en echtheid van gevoel niet konden vergoeden.
Noch Ducis, die Shakespeare’s werken voor het Fr. tooneel pasklaar trachtte te maken, noch Gabriel Legouvé’s „Epicharis et Néron”, noch Raynouard’s „Tempeliers” (1806), noch Népomucène Lemercier’s „Agamemnon” en „Charlemagne”, noch Baour-Lormian’s „Omasis ou Joseph en Egypte” (1806), noch zoovele andere thans vrijwel vergeten stukken vermochten het klassieke treurspel van ondergang te redden. Daarbij kwam nog, dat het despotisme van den keizer zich ook op dit gebied deed gelden: alles wat niet strookte met de keizerlijke politiek werd onmiddellijk verboden. Dit ondervond B., die in 1813 een treurspel Bon Sanche geschreven had. Napoleon was destijds in oorlog met Spanje; zijn troepen trokken over de Pyreneeën; daarom mocht een Spaansche koning niet op het tooneel verheerlijkt worden. Geen nood! B. verplaatst eenvoudig de handeling naar Ninive, de Spanjaarden krijgen Assyrische namen en de tragedie wordt met succes opgevoerd onder den titel van „Ninus II". De keizer beloonde den dichter met een ruim jaargeld. — Zie: Bertrand, La fin du classicisme, Paris, 1897.