Breydel (Jan), Vlaamsch vrijheidsheld uit de 14de eeuw. Men weet noch datum zijner geboorte, noch dien van zijn dood. Hij behoorde tot eene oude burgerlijke familie, die zeer veel invloed had in de gilden en tot de rijkste families in Brugge behoorde. B. was deken van het slagersgilde; zijn naam is onafscheidelijk verbonden aan dien van den wever Pieter de Coninck in den strijd der Vlaamsche gemeenten tegen den heerschzuchtigen en machtigen Fnmschen koning Philippe le Bel.Van 1297 af duurde deze strijd reeds, doch hij bereikte in 1302 zijn hoogtepunt.
Door de strenge maatregelen van den Fransehen gouverneur tot het uiterste gebracht, besloten B. en de Coninck in dit jaar een grooteren opstand tegen het Fransche gezag te wagen. Bij het aanbreken van den 19den Mei 1302 rukten zij met hunne mannen, voornamelijk leden der verschillende gilden, Brugge binnen en richtten hier een groot bloedbad, bekend onder den naam van „Brugsche Metten”, aan onder de Fransche bezetting; onder den kreet van „Schilt ende vriendt, wat walsch es, valsch es, slaet al doot!” werden alle Franschen, waaronder ook de gouverneur Jacques de Chatillon, gedood. De koning van Frankrijk, Philippe le Bel, die hierop met een geweldig ridderleger Vlaanderen binnenrukte, om de Vlamingen voor dit bloedbad te tuchtigen, leed 11 Juli 1302 bij Kortrijk eene verpletterende nederlaag tegen hen, waarbij de bloem van den Franschen adel sneuvelde; deze slag is bekend als de „gouden sporenslag”. De Vlaamsche schrijver Conscience heeft in zijn roman „De leeuw van Vlaanderen’1 dit roemrijk wapenfeit met zijne voorgeschiedenis uitvoerig beschreven.
