Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brentano (Klemens)

betekenis & definitie

Brentano (Klemens), Duitsch dichter (1778— 1842), tot de romantische school behoorend. Hij was in Heidelberg met Achim von Arnim het middelpunt van den „Heidelberger Kreis” en gaf met hem in 1805 de belangr. verzameling van oude volksliederen „Des Knaben Wunderhorn" uit. B.’s eigen werken bezitten zoowel de deugden als de zwakheden der romant. richting. Het grootst is B. in zijne lyrische gedichten, die hij overal in zijn dramatische en vertellende werken inlaschte; zijn roman Godwi (1802) was volgens hem zelf „ein verwilderter Roman”; het blijspel Ponce de Leon (1804) en het drama Die Gründung Prags (’15) in Calderon’s stijl geschreven, zijn van minder beteekenis.

Onvoltooid zijn de Chronika eines fahrenden Schülers (1802) en het mystieke epische gedicht Die Romanzen vom Rosenkranz (’09). Mooi zijn de Rheinmarchen en de bewerkingen van Italiaansche sprookjes, w. o. Gockel, Hinkel und Gackeleia (’38); mooi ook Brentano’s novellen, w. o. Die Geschichte vom haven Kasperl und vom schonen Annerl (’17) en Die mehreren Wehmüller (’33). In 1817 werd de tot nu toe lauwe Katholiek B. een zoo ijverige zoon der kerk, dat hij zich geheel van de wereld afwendde en zijn „zondig” geschrijf diep betreurde; hij schreef na dien tijd nog slechts mystiek-kath. werken, die van geen belang voor de letterkunde zijn, o. a. het verhaal van de vizioenen der non Catharina von Emmerich. — Steig: A. von Arnim und die ihm nalie standen.

< >