Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Breedteverandering

betekenis & definitie

Breedteverandering - Wat Bessel omstr. 1820 vermoedde en trouwens reeds Euler in het midden der 18e eeuw theoretisch voorspeld had, is omstr. 1880 tot zekerheid geworden: de astronom. breedte is veranderlijk en wel tot een bedrag van 0".3 ter weerszijden van het gemiddelde; dit beteekent, dat de aardpool op aarde zich tot een bedrag van 9 M. verwijdert van een gemiddelden stand. De voornaamste periode der b. is 430 dagen, maar er werkt ook een periode van 1 jaar, die door sommigen als schijn, door anderen als werkelijkheid wordt beschouwd. Bovendien is er nog een geheimzinnige werking, die alle breedten op zeker tijdstip met gelijk bedrag vergroot of verkleint.

Ten einde de b. te onderzoeken, zijn er op 39° N. breedte 6 waarnemingsstations opgericht, die jaar in, jaar uit volgens de methode van Talcott breedtebepalingen verrichter; desgelijks 2 stations op 32° Z. breedte. Zie POOL.

< >