Brassen, benaming voor de beweging in het horizont. vlak van de ra’s van een zeilschip. Ook de touwen, die hiervoor dienen, heeten de brassen. Aanbrassen: De ra’s scherper zetten, waardoor dus de wind beter in de zeilen valt.
Volbrassen: Na bijgedraaid gelegen (zie BIJDRAAIEN) te hebben, de ra’s van alle masten weer in zoodanigen stand zetten, dat alle zeilen wind vangen en dus het schip zijn koers vervolgt. Fig. bet. „Bras vol” = „loop heen”.