Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brandes (Jan Laurens Andries)

betekenis & definitie

Brandes (Jan Laurens Andries) - geb. 1857 te Rotterdam, waar zijn vader Luth, predikant was; studeerde eerst te Amsterdam in de theologie, en behaalde den graad van doctorandus in die wetenschap ; daarna te Leiden in de taal- en letterk. van den O. I. Archipel, waarin hij in 1884 promov. met proefschrift: Bijdrage tot de vergelijkende klankleer der Westersche Afdeeling van de Maleisch-Polynesische taalfamilie. Kort daarna vertrok hij naar Indië, waar hij benoemd werd tot ambtenaar voor de beoefening der Ind. talen; in het bijzonder werd hij belast met de ontcijfering van de verzameling Oud-Jav. inscripties op koper en steen en van de Oud-Jav. handschriften in het Batav. Museum; uit zijn publicaties daarover („Aanteekeningen omtrent de op verschillende voorwerpen voorkomende inscripties en een voorloopige inventaris der beschreven steenen”, 1887) blijkt zoowel zijn grondige kennis van het Oud-Jav., de Ind. epigrafie, als zijn bekwaamheid in het oplossen van oudheidkund. vraagstukken; op geschiedk. gebied is vooral van hoog belang zijn „Pararaten (Ken Arok), of het Boek der Koningen van Tumapel en van Madjapahit”. Oplitter.-histor. gebied verschenen van hem een aantal opstellen in het Tijdschr. v. h. Bataviaasch Gen. over Jav. en Mal. dwerghertverhalen en andere verwante onderwerpen.

Na een jaar verlof in 1898 in Indië teruggekeerd, richtte B. vooral zijn aandacht op de oude Hindoe-Jav. bouwkunst en het decoratief dier bouwwerken; in 1901 werd hij tot Voorzitter gekozen van de Commissie van Oudheidk. Onderzoek, op Java en Madoera; de beschrijving van Tjandi Djago* bij de desa Toempang in Pasoeroean is van zijne hand; bijna had hij een tweede monografie, n.l. over de Tjandi Singôari* bij Malang voltooid, toen op 26 Juni 1905 de dood een einde maakte aan zijn werkzaam leven. (Vgl. In Memoriam Dr. J. L. A. B. door Prof. Kern, Bijdr. T. L. en V. Dl. 59).

< >