Brailie-schrift - naam van het door Louis Braille (1806—1852) aanmerkelijk verbeterde en zeer vereenvoudigde puntenschrift voor blinden, dat door een Fransch artillerie-officier, Charles Barbier, in den aanvang der 19e eeuw was uitgevonden. De grondslag van het geheele schrift bestaat uit zes punten, in drie rijen van twee onder elkaar geplaatst. Voor elke letter wordt één of meer dezer punten gebruikt en de stand der geschreven punten ten opzichte van de grondfiguur duidt de letter aan. In bijgaande afbeeldingen is aangegeven, hoe het geschreven (van rechts naar links) en hoe het gelezen wordt (van links naar rechts).
De dikke punten wijzen de letters aan; alleen deze worden geprikt; de dunne punten duiden de plaatsen aan, die open blijven. Voor het schrijven wordt meestal de Braille-tafel (Engelsche lei) gebruikt, een plankje, waarover twee linialen met correspondeerende openingen bewogen kunnen worden, en tusschen welke het te beschrijven papier beweegt. De punten worden nu met een stift in de openingen geprikt, zoodat de bedoelde letters aan de keerzijde en relief komen te staan. Het schrijven geschiedt ook veel op de Hall-schrijfmachine, die het weergeven der letters door een enkelen aanslag mogelijk maakt. Door het Blindeninstituut te Amsterdam wordt sedert 1893 een tijdschrift, de Blindenvriend, in Braille-schrift gedrukt en uitgegeven. Te ’s-Gravenhage is in 1891 eene blindenbibliotheek gevestigd, die reeds meer dan 2500 nummers (ruim 6000 deelen) bevat en in verscheidene plaatsen van ons land hare filialen heeft. De meeste dezer boeken zijn op de Hall-machine geschreven.