Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Botha (louis)

betekenis & definitie

Botha (louis) - Zuid-Afrikaansch generaal en staatsman, geb. 27 Sept. 1862, werd in 1897 met Lucas Meyer lid van den Transvaalschen Volksraad, als wiens adjudant hij in 1899 tegen Engeland ten strijde trok. Hij onderscheidde zich het eerst bij het beleg van Ladysmith en verijdelde driemalen eene poging van generaal Buller om deze plaats te ontzetten. Na de gevechten bij Colenso aan de Tugelarivier (16 Dec. 1899) en bij den Spionskop (22—24 Jan. 1900) brak hij het beleg op. Na den dood van generaal Joubert (27 Maart 1900) werd B. opperbevelhebber in den Transvaal en organiseerde hij met De Wet den guerilla-oorlog.

Bij Belfast en Dalmanutha (23—28 Aug. 1900) vocht hij tegen een tienvoudige overmacht, waarna hij een roemvollen terugtocht, volbracht. Na den vrede, 31 Mei 1902 gesloten, reisde hij met De Wet en Delarey naar Europa, om hier voor de Boeren te ageeren. Na zijne terugkeer is B. eene Engelschgezinde politiek gaan voeren, in de meening hierdoor zijn land het best te kunnen dienen; einde Febr. 1907 stelde hij het eerste parlementaire ministerie van het Engelsche kroonland Transvaal samen, en werd daarin ministerpresident. 1 Juni 1910 stichtten de Kaapkolonie, Natal, Transvaal en de Oranje-Vrijstaat de ZuidAfrikaansche Unie, waarvan B. minister-president werd. Na het uitbreken van den Europeeschen oorlog in Aug. 1914 hielden B. en generaal Smuts in het Parlement dezer Unie eene redevoering, waarin zij aan Engeland den loyalen steun der ZuidAfrikaansche Unie verzekerden. B. organiseerde vervolgens de expeditie tegen Duitsch Zuid westAfrika, die met de verovering van deze kolonie eindigde (10 Juli 1916).

< >