Bosse (peter phillip van) - Nederl. staatsman, geb. te Amsterdam 16 Dec 1809, promoveerde in 1833 tot Mr. in de rechten op dissertatie: De regiminis municipalis origine, progressu et praesenti conditione in Francia, Germania et patria nostra, vestigde zich te Weesp als fabrikant, weinig later als advocaat te Amsterdam, was eenigen tijd secretaris der Rijnvaart-commissie, kreeg in 1844 de betrekking van referendaris bij het ministerie van finantiën, en werd in de dagen der grondwetsherziening tijdelijk met de portefeuille van financiën belast (3 Juni— 21 Nov. 1848); hij was vervolgens van 21 Nov. 1848 tot 19 April 1853 minister van financiën, en trad in genoemd jaar met het kabinet-Thorbecke tengevolge der Aprilbeweging af. Na zijn aftreden werd hij door het distr. Rotterdam tot lid der Tweede Kamer gekozen; in het liberale kabinet-Rochussenvan Bosse (Mrt. 1858), nam hij de portefeuille van financiën, die hij tot Febr. 1860 behield; Sept. 1860 werd hij voor Zutphen tot lid van de Tweede Kamer gekozen, en behield dit mandaat tot 10 Febr. 1867, op welken datum hem ten derden male de portefeuille van financiën werd opgedragen; ditmaal nam hij reeds eenige maanden later (1 Juni 1866) zijn ontslag.
Na anderhalf jaar als ambteloos burger te hebben geleefd, werd hij door Dordrecht tot lid der Tweede Kamer gekozen, en werd 3 Juni 1868 ten vierden male minister van financiën; verwisselde 4 Jan. 1871 de portefeuille van financiën met die van koloniën, voerde als zoodanig de reorganisatie der Preanger regentschappen in, trad 6 Juli 1872 af, werd 3 Nov. 1877 ten tweeden male met het departement van koloniën belast , en overleed in zijn functie, 21 Febr. 1879. Bij den post van minister van financiën bekleedde hij nog meermalen (1861—’53, 1868—’71) dien van minister van den Hervormden en andere eerediensten, en ijverde als zoodanig krachtig voor scheiding van kerk en staat; ook bracht hij in overleg met zijn ambtgenooten vele post-, handels- en scheepvaartverdragen met andere mogendheden tot stand.
