Bosschaert (ambrosius) - Noord-Nederl. bloemschilder, werkte tusschen 1588 en 1640 te Antwerpen, Middelburg en Utrecht, wellicht ook te Amsterdam. Hij stierf 1646 te Utrecht. Zijn stukken zijn dikwijls onderteekend met een monogram van A. en B. in elkaar; er bestaan echter ook voluit gemerkte schilderijen. In de Utrechtsche registers van ’t St.
Lukasgilde wordt hij 1616—18 genoemd. Hij schilderde uitsluitend bloemstukken, meestal groote ruikers in glazen vazen. In dit werk is soms nog een wat primitieve, 16de-eeuwsche trek niet te miskennen. B. is dan ook een der oudste bloemschilders van de Hollandsche schilderschool, die zijn kunst nog wel van Jan Brueghel, die dergelijke werken heeft geschilderd, geleerd kon hebben. Hij schijnt veel te hebben afgeleverd, want zijn naam komt in oude inventarissen dikwijls voor; vroeger verwarde men zijn werk vaak met dat van Ambrosius Brueghel en dat van Baltazar van der Ast, met wien hij trouwens ook bekend geweest kan zijn te Utrecht.
De belangrijkste werken van B. zijn in de K. K. Gemäldegalerie te Weenen (1609) en het Mauritshuis in Den Haag, andere werken in ’s Rijks-Museum en in particuliere verzamelingen in binnen-en buitenland. Ook Roeland Savery schijnt evenals v. d. Ast een leerling van hem geweest te zijn. Uitvoerige notities van Dr. A. Bredius in Thieme-Becker’s Künstlerlexikon met litteratuur.