Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boso

betekenis & definitie

Boso - Koning van Bourgondië, overl. 887, gemaal van Irmengard, dochter van Keizer Lodewijk II, door zijne zuster Richildis een zwager van Karei den Kale van Frankrijk, werd door den laatste in 871 tot graaf van Vienne in Provence verheven en in 876 tot stadhouder in Italië benoemd. Na den dood van Karel den Kale (877) trachtte hij, bij de bestaande verwarring in ’t Karolingische rijk, Bourgondië tot een zelfstandigen staat te verheffen, liet zich in 880 door de verzamelde aanzienlijken te Mantaille bij Vienne tot Koning kiezen en door den aartsbisschop van Lyon kronen en stichtte zoodeonde het Cisjuraansche Bourgondische rijk, dat hij in voortdurenden strijd met de Karolingers wist te behouden. Zijn opvolger was zijn zoon Lodewijk, de latere Keizer Lodewijk III.

< >