Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Borstziekte (besmettelijke)

betekenis & definitie

Borstziekte (besmettelijke), naam voor een ziekte van het paard en eene van het varken, die echter geheel onafhankelijk van elkander zijn. 1) De besmettelijke b. van het paard is de pectorale en meest voorkomende complicatie van een ziekte, welke ook andere complicaties kan hebben, bijv. van digestie-organen, peesscheeden, nieren, hart of hersenen, maar zelf geen andere verschijnselen heeft dan hooge temperatuur en lusteloosheid en bijgevolg een algemeene ziekte is zonder bepaalde localisatie. Bij een goede hygiënische behandeling en vooral stalrust geneest zij dikwijls zonder dat complicaties optreden. Deze primaire ziekte, waarvan de oorzaak onbekend is, wordt ook wel reeds besmettelijke b. genoemd, hetgeen natuurlijk aanleiding heeft tot verwarring. De naam influenza, somtijds ook gebruikt, deugt evenmin, omdat men een andere besmettelijke ziekte van het paard aldus noemt.

Daarom stelt Dr. Bemelmans voor, den naam griep er aan te geven. De pectorale complicatie of besmettelijke b. in meer beperkten zin is een meestal lobaire, fibrineuze pneunomie, in den regel gepaard gaande met een sero-fibrineuze ontsteking van de pleura en dikwijls ook van het pericardium. Zij wordt veroorzaakt door twee micro-organismen, de Streptococcus pyogenes equi of Diplococcus pneumoniae equi (Schütz) en de Bacillus bipolaris equisepticus of Pasteurella equi (Lignières). De pectorale complicatie is zeer ernstig. Wel volgt nu en dan herstel, maar dan duurt in den regel het reconvalescentie tijdperk eenige weken en er blijven dikwijls naziekten over, als chronische induratieve longontsteking, vergroeiïngen van de pleura of cornage. Door aanwending van serum tegen bovengenoemde micro-organismen kan men menigmaal de complicatie voorkomen of het gevaar daarvan verminderen, terwijl in den laatsten tijd ook van een behandeling met salversaan gunstige resultaten zijn medegedeeld.

2) De besmettelijke b. van het varken is een ziekte, welke van betrekkelijk jongen datum is. Zij werd in 1885 voor het eerst beschreven door Löffler. Vooral vóór de onderzoekingen van Salmon en Smith had menigmaal verwarring plaats met varkenspest, maar ook nog wel daarna. Het feit, dat niet zelden besmett. b. en varkenspest gelijktijdig voorkomen, geeft daartoe heel gemakkelijk aanleiding. De besm. b. wordt dikwijls sporadisch waargenomen, maar treedt ook niet zelden heerschend op, voornamel. onder jonge varkens. Als ziekteoorzaak vindt men de Bacillus bipolaris suisepticus.

Het verloop der ziekte is zeer verschillend; soms peracuut, maar meestal acuut of chronisch, somtijds zelfs heel chronisch. Als patholog.-anatom. veranderingen vindt men, behalve in de peracuut verloopende gevallen, multiple necrotische haarden in de longen en meestal meer of minder hevige ontsteking van pleura en pericardium. De verschijnselen, welke men waarneemt, zijn in de peracuut verloopende gevallen niet karakteristiek, maar in de overige treedt het menigvuldig hoesten het meest op den voorgrond. In verband met de hooge lichaamstemperatuur eten de varkens in het acuut stadium heel weinig; als de ziekte meer chronisch verloopt, eten ze wat beter, maar toch worden ze mager en ze ontwikkelen zich slecht. De serumbehandeling geeft bij deze ziekte preventief en vooral in het acuut stadium ook curatief vrij gunstige resultaten.

< >