Bornholm, het Oostelijkste Deensche eiland in de Oostzee met een oppervl. van 84 K.M. en 40.000 inw. Het bestaat uit graniet; alleen aan de Zuidpunt komt het krijt aan de oppervlakte. De kust is in het N. over ’t algemeen steil. Het binnenland is heuvelachtig; de hoogste heuvel is Ritterknägten, 162 M. De hoofdpl. is Rönne, 9000 inw. met terra-cotta industrie en granietwerken.
Andere plaatsen: Sandvig, Allinge, Aakirkeby en Neksö, die met elkaar door een spoorweg verbonden zijn. Tusschen B. en Möen is een geregelde stoomvaart. B. was tot het jaar 1000 onafhankelijk; daarna kwam het aan Denemarken; bij den vrede van Roeskilde, 1658, moest het aan Karel X Gusstaaf van Zweden (1654-’60) worden afgestaan. Nog in hetzelfde jaar brak er een opstand uit, die aanhield, totdat het in 1660 bij den vrede van Kopenhagen aan Denemarken werd teruggegeven.