Borghese, adellijk geslacht in Italië, afkomstig uit Siena, kwam vooral door Camillo B., die in 1605 als Paulus V den pausel. stoel beklom, in aanzien; de thans nog bestaande tak van dit geslacht stamt af van den broeder van Camillo B., Giovanni Battista; diens zoon Marco Antonio, kreeg in 1605 het vorstendom Sulmona en stierf als grande van Spanje in 1658. Overigens zijn van dit geslacht te noemen: Kardinaal Scipione B. (17e eeuw), zusterszoon van Paulus V, bekend als de stichter der villa Borghese, buiten Porta del Popolo te Rome, thans door den staat aangekocht en Villa Umberto herdoopt.
— Paolo B., zoon van Marco Antonio (1622-46), bracht door zijn huwelijk met Olimpia Aldobrandini een deel der goederen van dit geslacht (villa Miollis, Belvedère van Frascati) en den titel van vorst van Rossano in zijn familie, doch eerst na een langdurig proces daarover tegen de Pamfili, waarin eerst in 1769 uitspraak werd gedaan. — Camillo Filippo Ludovico B., zoon van den derden Marco Antonio B., vorst van Sulmona en Rossano, geb. 19 Juli 1775 te Rome, nam, toen de Franschen tijdens hunne revol.-oorlogen ook Italië binnendrongen, dienst in hun leger, sloot zich nauw aan Bonaparte aan, huwde 28 Aug. 1803 met diens tweede zuster, Pauline, werd toen prins van Frankrijk, in 1805 ritmeester bij de keizerl. garde, overste, div.-generaal, in 1806 hertog van Piacenza en Guastalla, nam in laatstgenoemd jaar deel aan den veldtocht tegen Pruisen, zag zich met eene zending naar Warschau, ten doel hebbende de Polen in opstand te brengen, belast, en werd in 1808 gouvern.-generaal van het Transalpijnsche departement; na Napoleons afstand van den troon liet hij zich van Pauline Bonaparte scheiden, vestigde zich te Florence, en overl. aldaar 10 April 1832.