Boonerts, een der vormen, waarin bruinijzererts voorkomt; bruine, soms ook bruingele en vuilgroene, uit concentrische lagen gebouwde knikkers of boontjes van onzuivere limoniet*. Het komt in typische ontwikkeling voor bij Bourges, dept. Cher (Frankrijk), waar de boontjes, liggend in een gelen of rooden leem, de hobbelige oppervlakte bedekken van jurassischen kalksteen, terwijl zij zelf weer bedekt worden door kalksteen van oligocenen ouderdom. De jurassische kalksteen moet aanvankelijk veel dikker geweest zijn.
Het hoofdbestanddeel, de koolzure kalk, is tengevolge van verweering opgelost en weggevoerd tijdens een langdurige vastelandsperiode. Het ijzeroxyde, dat in kleine hoeveelheid in den kalksteen aanwezig was, is achtergebleven en heeft bij de concentratie den eigenaardigen knikkervorm aangenomen. Soortgelijke afzettingen, eveneens van oud-eocenen of van anderen ouderdom, die op dezelfde wijze ontstaan zijn als verweeringsrest van kalksteen, komen ook elders voor. Het erts bevat behalve F2O3 en water, Al2O3, SiO2, en P. Het soms vrij hooge Al2O3-gehalte wijst op verwantschap met lateriet*. Inderdaad ontstaan bij lateritische verweering soms ook boonvormige concreties van water en AL2O3-houdend F2O3; zij zijn b.v. bekend uit Suriname.