Bonstetten

betekenis & definitie

Bonstetten (Charles Victor de), Zwitsersch schrijver, geb. 3 Sept. 1745 te Bern, studeerde te Leiden, Cambridge en Parijs, ging toen naar Italië, werd 1775 lid van den Grooten raad zijner geboorteplaats, in 1779 landvoogd van Saanen, in 1787 van Nyon, en in 1785 oppervoogd in Lugano; hier leefde hij in dagel. omgang met letterkundigen als Matthisson, Salis en Frederike Brun; bij het begin van de revolutie verliet hij Zwitserland, en woonde van 1798-1801 als gast van Frederike Brun te Kopenhagen. Na 1803 hield hij zich beurtelings te Genève en op zijn landgoed te Valeyres op; hij overl. 3 Febr. 1832 te Genève. B. was een schrijver van groot talent, en een intellect van ongewone kracht; hoofdwerken zijn: Voyage sur la scène des dix derniers livres de l’Enéide (1805); Recherches sur la nature et les lois de l’imagination (1807); Etudes de l'homme ou recherches sur les facultés de sentir et de juger (1821); L'homme du Midi et l'homme du Nord (1824); de laatste beide werken geven in bevattelijken vorm en eenvoudige inkleeding schatten van practische levenswijsheid; La Scandinavie et les Alpes (1826); Lettres de M. de Bonstetten à Matthison (1827); Lettres de M. de B. à Frédérique Brun (1829) etc.