Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bonn (plaats)

betekenis & definitie

Bonn (plaats) - Bonn, stad in de Pruisische Rijnprovincie, reg. distr. Keulen; 93.000 inw.; ligt aan den linkeroever van den Rijn, waar deze bevaarbare rivier het enge dal van het Leisteenplateau verlaat en de vruchtbare Beneden-Rijnsche Laagvlakte betreedt, niet ver van den mond der Sieg. Het interessantste gebouw van de mooi- en ruimgebouwde stad is de Munsterkerk, die in Romaansch-Gotischen overgangsstijl is gebouwd. Bij de Coblenzerpoort ligt de „Alte Zoll”, een wegens haar mooi uitzicht op Rijn en Zevengebergte beroemde wandeling.

B. is vooral luxeplaats en universiteitsstad. De in 1786 gestichte hoogeschool is een der voornaamste van het Duitsche Rijk (in 1913: 191 hoogleeraren en lectoren, 4179 studenten). Zij is gevestigd in het vroegere keurvorstelijke paleis. Er aan verbonden zijn er een zeer groote bibliotheek, verschillende musea, een sterrenwacht, een botanische tuin, enz. In den laatsten tijd heeft zich ook om de stad een vrij aanzienlijke industrie gevestigd (ceramiek, jute, en chemische industrie). B. is als Bonna uit den Romeinschen tijd bekend. Het was een stad der Ubii in Neder-Germanië aan den linker Rijnoever, waar Drusus een brug over de rivier sloeg, dikwijls bij Tacitus vermeld als vast punt van verdediging tegen de Batavieren, die het in 70 verwoestten.

Het is daarna weer opgebouwd en had onder de Rom. Keizers een vaste bezetting. Tengevolge van de belangrijke strategische ligging aan de uitgangen der Rijn- en Siegdalen, heeft het een groote militaire rol gespeeld, zoowel gedurende de volksverhuizing, als in de oorlogen der Nieuwe Geschiedenis. In 1763 werd het door stadhouder Willem III veroverd, wat den terugtocht der Franschen uit de Nederlanden tengevolge had; Keurvorst Frederik III van Brandenburg nam de stad in 1689 in, en in 1703 werd zij door de Nederlanders onder Menno van Coehoorn andermaal veroverd. Van 1273-1794 was zij residentie der Keurvorst-Aartsbisschoppen van Keulen. Van 1801-1814 behoorde zij tot Frankrijk; daarna aan Pruisen.

< >