Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bonington

betekenis & definitie

Bonington (Richard, Parkes), schilder en lithograaf, geb. 1801 in Arnold bij Nottingham, gest. 1828 te Londen. B. is als knaap met zijn vader, die een kantwerkplaats had, naar Parijs getrokken. Hij had toen echter reeds in Calais, waar de oude B. zich te voren gevestigd had, onderwijs genoten van zekeren Louis Francias. Hij copiëerde in het Louvre, gewoonlijk met waterverf en trok de aandacht van Delacroix.

Op diens raad schijnt hij leering van de „Ecole de Beaux Arts” geworden te zijn. In 1820 werkte hij in het atelier van baron Gros. Steeds had hij in Frankrijk groot succes met zijn aquarel-techniek, die men toen daar niet als een zelfstandige kunst beoefende, doch slechts voor schetsen en voorstudies placht te reserveeren. Zijn eerste tentoonstelling in den „Salon” in 1822 en daarna weer in 1824, tegelijk met John Constable, werd tot een gebeurtenis voor de Parijsche kunstwereld. Men zag daar een andere, geheel nieuwe landschap-schilderkunst voor oogen, waarin veel van het oude Nederlandsche Landschap der 17e eeuw, was bewaard en verwerkt vooral daar men tegelijkertijd ook in Parijs in schilders als Michel voorstanders kon tellen van de studie der oud-Hollandsche schilderijen, ten einde de landschap-schilderkunst nieuw leven in te blazen, bracht deze tentoonstelling van Engelsche schilders de vervulling van ’t geen men begeerde. Men kan zeggen, dat zij den grondslag legde voor de latere school van Barbizon en dus, hoewel dan niet rechtstreeks, ook voor den nieuwen bloeitijd van de Nederl. landschap-schilderkunst in het laatste kwart der 19e eeuw. B. heeft in dien eersten tijd ook zijn beste lithografie gemaakt: de „Rue du Gros Horloge” te Rouen. Hij begon in hetzelfde jaar zich meer op de olieverf-techniek toe te leggen.

In Italië, waarheen hij in hetzelfde jaar reisde, zag hij vooral Venetië. Met Delacroix bezocht hij in 1825 Engeland en stuurde voortaan ook zijn werk op Engelsche tentoonstellingen in. Niet vóór het laatste jaar van zijn leven echter, heeft men in Engeland belangstelling getoond voor zijn kunst, naar aanleiding van de tentoonstelling zijner werken in de „Royal Academy” te Londen. B. is een der eersten, die na het schema van de dekoratief-geijkte elegantie der 18e eeuw, opnieuw iets natuurlijks aan zijn landschappen wist te geven in den trant van de Nederlanders der 17e eeuw: eenzame strandgezichten met een enkel schip, landschappen met lagen horizon en groote lucht, fijne, matte, grijze tonen, en toch groote lichtverspreidende kracht. Daaraan was men reeds lang niet meer gewoon geweest. Hoewel B. kort geleefd heeft, is hij toch zeer productief geweest. De beste van zijn werken en de meeste tevens vindt men in de Wallace-collection te Londen, verder echter ook veel in andere Engelsche en buitenlandsche musea en particuliere verzamelingen. Uit den tijd van zijn Italiaansche reis dateert het „Canal grande” in Venetië; behalve dat stuk bestaan er nog een reeks van Italiaansche notitie’s en wat meer uitgewerkte tafereelen, die zich van zijn overig oeuvre onderscheiden.

Litteratuur in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.

< >