Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boisard

betekenis & definitie

Boisard (J. J. François Marie), Fr. fabeldichter (1744-1833), secretaris van het kabinet van „Monsieur”, later Lodewijk XVIII, tot aan het uitbreken der Revolutie. Hij schreef een duizendtal over het algemeen zeer middelmatige fabels, verzameld o. a. in Fables Nouvelles (1773), Fables et poésies diverses (1804), Nouveau recueil de fables (1805). — In dit genre, waaraan de naam van La Fontaine onafscheidelijk verbonden is, hebben trouwens noch Fénelon, Benserade en Perrault in de XVIIe, noch Florian, de beste van L. F.’s opvolgers, noch Lamotte, l’abbé Aubert en le duc de Nivernais in de XVIIIe, noch Arnault, Lachambaudie, Viennet, enz. in de XIXe eeuw veel roem kunnen oogsten.

< >