Boezempeil - algemeene benaming voor de peilen, die op den boezem eens polders betrekking hebben, n.l.
1) zomerpeil, gewoonlijk het peil, waarop men den boezem laat afloopen of doorwater-inlating brengt; men wenscht veelal geen lageren stand dan het zomerpeil;
2) maalpeil, een hoogste peil. Wanneer de boezem tot aan het maalpeil is volgezet, moeten de windmolens en gemalen hun werk staken. Boezems, andere waarbij men niet aan een maalpeil gebonden is, vrije boezem;
3) lijdelijk peil, eveneens een hoogste peil voor die gevallen, waarin verhooging niet veroorzaakt wordt door opmaling, maar bijv. door inlaten;
4) stempelpeil, waarbij de deuren der uitwateringssluizen worden dicht gezet (gestempeld) om lager afloopen van den boezem te voorkomen;
5) inlaatpeil, waarbij men begint water in te laten. Met boezempeil wordt ook vaak de normale hoogte van den boezem aangewezen. Soms komt de benaming voor in den zin van een vergelijkingsvlak ten opzichte waarvan verschillende hoogten worden bepaald (Delflands boezempeil).