Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boejiden

betekenis & definitie

Boejiden - Perzische dynastie, die haren stamboom van üe Oude Sasaniden afleidde en in de eerste helft der 10e eeuw zich van het gezag meester maakte in bijna het geheele gebied, waar de khaliel van Bagdad nog erkend werd. De grondleggers van die macht waren Ah, Hasan en Ahmed, die beter bekend zijn onder de eerenamen Moïzoed-dawla, lmadoed-dawla en Roknoed-dawla, welke hun door den khalief verleend werden, nadat eerstgenoemde in 945 Bagdad bezet had. Daar de B. Sjiieten waren, hadden de Abbasidische khaliefen van hen veel te lijden en werden zij alleen door hen geduld met het oog op de talrijke Sonnieten, die zich anders in hunne heerschappij niet zouden gevoegd hebben.

De drie broeders heerschten daarop gemeenschappel. over verschillende deelen des rijks, maar na den dood van lmadoed-dawla in 949 en van Moizzoed-dawla in 967, braken spoedig onderl. oorlogen tusschen de leden van het geslacht uit. Wel is waar gelukte het aan Adactoed-dawla, den zoon van Roknoed-dawla, nog eenmaal het geheele rijk onder zijn scepter te vereenigen, maar na diens dood in 983 kwam aan de oneenigheid geen einde. Andere dynastieën stonden op en verdrongen de B. uit sommige provinciën en ten slotte maakten de Seldjoeken in 1055 aan de heerschappij van den laatsten B. een einde.

< >