Bloteling (A.), bekend Holl. plaatsnijder, etser, en vervaardiger van zwarte kunstprenten, geb. 1640 te Amsterdam, begraven 1690 aldaar. Hij was de leerling van Cornelis van Dalen. In 1672 verhuisde hij met zijn leerling Johannes v. Munnickhuyzen naar Londen, doch in 1678 vindt men hem wederom te Amsterdam en in 1684 verkrijgt hij met zijn zwager Valck een privilege van de Staten van Holland voor het uitgeven van kaarten en prenten. Onder B.’s prenten zijn er zoowel met de burijn uitgevoerde als ook geëtste.
Hij heeft vele bekende geschilderde portretten van meesters als Hals, G. Flinck, Eeckhout e.a. in plaat gebracht. Als fraaiste voorbeeld geldt het ruiterportret van Pieter Schout Muylman, naar het werk van Thomas de Keyseor. B. heeft ook series uitgegeven: „Variae leonum icnes pictae a Petro Paulo Rubenio” en de „Amstelgesichjes” naar Jacob van Ruysdael, wiens Jodenkerkhof bij Amsterdam hij eveneens in prent bracht. Vele titelbladen voor den boekhandel, de afbeelding van twee kanonnen naar Adriaen van de Velde, vele nieuwe uitgaven van oudere prenten, zooals van de Bolswerts, zijn uit zijn werkplaats gekomen. Men schrijft hem technische uitvindingen ter volmaking van de zwarte kunst toe, de z.g. wieg, een instrument, waarmee de plaat gelijkmatig gegrijnd kan worden. Litt. inThiemeBecker’s Künstlerlexikon.