Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Blessig

betekenis & definitie

Blessig (Jean Laurent), Fr. theoloog, geb. te Straatsburg 15 April 1747 en daar overl. 17 Febr. 1816, studeerde aan de Universiteit zijner geboortestad, maakte vervolgens uitgebreide studies in Italië, Hongarije en Duitschland, werd toen predikant op verschillende plaatsen en eindelijk aan de hoofdkerk der Protestanten te Straatsburg. In 1778 werd hij hoogleeraar in de Philosoph. en in 1787 in de theol. faculteit aldaar. Hij doceerde Grieksch, geschiedenis der philosophie, O.T.-sche exegese, dogmatiek en homiletiek. Hij bewoog zich weldra ook op politiek gebied, zoodat hij gekozen werd tot lid van den Stadsraad.

Zijn geestdrift voor de Revolutie dreef hem in ballingschap, terwijl hij tot geldboete veroordeeld werd en zelfs elf maanden in de gevangenis doorbracht. De val van Robespierre hergaf hem echter de vrijheid, zoodat hij zijn werk weer kon hervatten. Hij liet zich echter niet meer met de politiek in, maar wijdde zich aan de reorganisatie van kerk en school, waarbij zijn invloed overal gevoeld werd. Groote werken heeft hij niet nagelaten, maar niet minder dan veertig kleinere geschriften, die in zijn tijd zeer in den smaak vielen; daaronder zijn De censu Davidico pestique hunc censum secuta (1788) en De evangelist secumdum Ebraeos, Aegyptius atque Justini Martyris (1807). Aan de Protestantsche gezindte in Frankrijk bewees hij belangrijke diensten. — Zie over hem: C. M. Fritz, Leben Dr.

J. L. Blessings (2 vol. Strassburg 1819); A. Froelich, Dr. J. L. Blessing. Ein Vorkämpfer des religiösen Liberalismus im Eisass (Strassb. 1891).

< >