Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Blauwzuur

betekenis & definitie

Blauwzuur, cyanwaterstof, Pruisisch zuur, formonitril (Acidum hydrocyanicum of Acidum borussicum), in watervrijen toestand een kleurlooze, zeer bewegelijke vloeistof, van een sterken bitteramandelachtigen geur, die reeds bij ruim 26° C. kookt en bij—15° stolt; het brandt met een zwakke, violetkleurige vlam en lost in elke verhouding in water en wijngeest op. Het bestaat uit waterstof, koolstof en stikstof, waaruit het synthetisch te bereiden is en kan beschouwd worden als waterstof, verbonden met het radikaal cyaan; zijn chemische formule is HCN of HCy. Ter bereiding van het watervrije b. verwarmt men in een destilleertoestel cyaankalium met een mengsel van zwavelzuur en water, leidt de dampen door een buis met chloorcalcium, die in water van 40° staat en verdicht ze vervolgens in een ontvanger, welke met een mengsel van ijs en keukenzout wordt afgekoeld.

Het watervrije b. behoort tot de sterkst werkende vergiften, niet slechts wanneer het in de maag geraakt, maar ook wanneer het door open wonden onmiddellijk met het bloed in aanraking komt en wanneer zijn dampen ingeademd worden. De overeenkomst in smaak van de kernen der pitten van amandelen, perziken, pruimen, kersen en andere vruchten van de plantengeslachten Prunus en Amygdalus, berust op het b. en het benzaldehyde, die uit het in genoemde kernen voorhanden amygdaline* door de inwerking van water en emulsine ontstaan; op het b. berust ook de giftige werking van den cassave-wortel en de kratokboontjes, waarin het glucoside phaseolunatine* voorkomt, dat bij hydrolyse b. en aceton levert. Ook de zaden en bladeren van den Pararubberboom (Hevea brasiliensis) bevatten dit glucoside. Door destillatie van bovengenoemde vruchtkernen of van de bladeren van sommige planten, zooals de laurierkers, met water verkrijgt men blauwzuurhoudende wateren (als het Bitteramandelwater*, het laurierkerswater). Ook de op perzik-, pruimen- en kersenpitten afgetrokken alkoholische dranken, als persico, kirschwasser enz., bevatten b. Zijn naam heeft dit zuur, wijl het na met basen geneutraliseerd te zijn, met ijzeroxydhoudende ijzeroxydule-zoutoplossingen en vervolgens toevoegen van verdund zoutzuur een blauw neerslag, het zg.

Berlijnsch blauw, levert. Deze reactie kan ook tot opsporing van het b. en zijne zouten dienen. Het b., dat een zeer zwak zuur is, geeft zouten, die men cyaniden noemt. Het kaliumzout van het b. is het cyaankalium of kaliumcyanide KCN, dat in waterige oplossing alkalisch reageert. Het b. gaat onder opneming van water gemakkelijk in ammoniak en mierenzuur over.

Weinige droppels watervrij b. zijn voldoende om een mensch te dooden; blauwzuurvergiftiging gaat vergezeld van plotseling verlies van het bewustzijn, stilstand der ademhaling, krampen en stuipen,kleine pols, koude der ledematen; als tegengif is subcutane injectie van natriumthiosulfaat aanbevolen. Het vroeger aanbevolen waterstofperoxyde schijnt onwerkzaam. Het beste tegengif heet te zijn ferrimagnesiumhydroxyde met een weinig ferrosulfaat. Ook kaliumpermanganaatoplossing wordt gebruikt. Verder het aanwenden van de kunstmatige ademhaling, sterke koffie, enz.

Het b. werd in 1782 het eerst door Scheele uit Berlijnsch blauw verkregen; Gay Lussac bereidde het in 1811 in zuiveren toestand. In het plantenrijk komt het b. zeer verspreid voor, glucosidisch gebonden, somtijds in vrijen toestand, o.a. in de bladeren en zaden van Pangium edule. Volgens Treub is b. het eerste stikstofhoudende assimilatieproduct bij vele planten. Ook in het dierenrijk is het aangetroffen o.a. in een duizendpootsoort.

< >