Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Blacklock

betekenis & definitie

Blacklock (Thomas), Schotsch dichter en godgeleerde, geb. 1721 te Annan, overl. 1791 te Edinburg; toen hij zes maanden oud was, kreeg hij de pokken en werd blind; hij studeerde te Edinburg in de theologie, promoveerde in 1759, en werd in 1762 naar Kirkendbright geroepen; zijn wijze van prediking en zijn vrijzinn. denkbeelden brachten hem weldra op gespannen voet met zijn rechtzinn. geestel. chefs, zoodat hij zich ten slotte gedwongen zag het predikambt neer te leggen, waarna hij zich aan het onderwijs wijdde. In 1793 zagen zijn verzamelde dichtwerken het licht, met een levensschets des dichters van de hand van Henry Mackenzie.

< >