Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Blaasspiegel

betekenis & definitie

Blaasspiegel (cystoscoop), een instrument om de blaas van binnen te bezichtigen. De b. bestaat uit een metalen buis, die aan het eene uiteinde onder een hoek van 45° is omgebogen. Dit laatste gedeelte is slechts een a twee centimeters lang, het is voorzien van een klein electrisch lampje. Juist voor dit electrisch lampje, nog op het lange gedeelte van de buis, bevindt zich in den metalen wand een opening, die door een prisma is afgesloten.

Door het lampje kan de blaas verlicht worden; het beeld van den blaaswand wordt door het prisma in de buis weerkaatst en aan het einde van de buis, die door een glas is afgesloten, door den onderzoeker waargenomen. Met een dergelijk instrument kan de geheele binnenzijde van de blaas bezichtigd worden. Het onderzoek met den blaasspiegel heeft zeer veel bijgedragen tot de tijdige herkenning van tal van blaasziekten, als blaassteenen, tuberculose van de blaas, gezwellen van de blaas, enz. Tegenwoordig heeft men ook blaasspiegels (operatie-blaasspiegels), die het mogelijk maken om kleine instrumenten in de blaas in te voeren, waarmede men onder voortdurende waarneming met het oog, kleine operaties in de blaas kan verrichten. Verder heeft men blaasspiegels met twee afzonderlijke kanalen, waardoor men twee uiterst dunne catheters kan schuiven.

Onder contrôle van het oog kan men nu zoo’n catheter in een urineleider invoeren. Op deze wijze is het mogelijk, om de urine van beide nieren afzonderlijk op te vangen (ureteren-catheterismus). Dit onderzoek is van groot belang voor het herkennen van eenzijdige nieraandoeningen. De blaasspiegel in zijn verschillende vormen heeft veel bijgedragen tot de ontwikkeling van de urologie (leer van de ziekte der urinewegen) als zelfstandig specialisten-vak.

< >