Binnenplaats

betekenis & definitie

Binnenplaats, niet overkapte ruimte, opgesloten in het complex van één of meer gebouwen. Bij groote gebouwen dient een b. vaak tot het verkrijgen van licht en lucht in de daaraangrenzende vertrekken, soms tot afgesloten tuin of wandelplaats, b.v. bij hofjes en kloosters, bij scholen tot speelplaats voor de kinderen, bij utiliteitsgebouwen en hotels vaak tot werkterrein, bergplaats van voertuigen, enz.