Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bimaneesch

betekenis & definitie

Bimaneesch. Het B. wordt gesproken in de rijken (Inl. zelfbesturen) van Bima en Dompo, zonder eigenl. dialectverschil. Taalsoorten, als in het Javaansch, bestaan in het B. niet. Het behoort tot de Maleisch-Polynesische (Austronesische) taalfamilie, en vertoont de grootste verwantschap met het Soembaasch, zoowel wat grammatica als woordenschat betreft; ten aanzien van de grammatica vertoont het de bijzonderheid, dat het, na alle achtervoegsels en de meeste voorvoegsels, althans als levende elementen, verloren te hebben, dit verlies gedeeltelijk door nieuwe vormingen hersteld heeft; invloed op den woordenschat van het B. is vooral uitgeoefend door het Makassaarsch, verder door het Maleisch, dat zoowel in Bima als in Dompo als officieele taal geldt; door deze vreemde talen zijn ook enkele Sanskritwoorden in het B. gekomen, evenzoo een aantal Arab. (in verband met den godsdienst) en eenige weinige Portugeesche en Hollandsche. De eenige litteratuur in de taal bestaat uit enkele kleine geschriften over de godsd. verrichtingen, geneesmiddelen, enz., door de schrijvers meest voor eigen gebruik, naar Maleische of Makassaarsche bronnen bewerkt; de onder het volk levende verhalen en liedjes worden nooit opgeschreven.

Bij het schrijven van zijn taal maakt de Bimanees gewoonlijk gebruik van het Arab.-Maleische schrift, minder vaak van het Makassaarsche. Volgens de overlevering zou er vroeger in B. een eigen letterschrift bestaan hebben, waarvan de teekens nu nog slechts aan enkelen bekend zouden zijn. Het B. is vooral bekend geworden door de studies van Prof. Mr. Dr. J. C. G. Jonker, die een B.-Holl. Woordenboek (1893), B. teksten (1894) en een B. Spraakkunst (1896) heeft uitgegeven (Batavia. Landsdrukkerij en den Haag. M. Nijhoff).

< >