Bijns (anna)

betekenis & definitie

Bijns (anna) - de beroemdste Z.-Nederl. dichteres der 16e eeuw, geb. 1494 te Antwerpen, overl. aldaar 10 April 1575; tijdgenooten noemen haar de Brabantsche Sappho; haar taal is zinrijk en welluidend, haar gedichten onderscheiden zich door gemakkelijke wijze van uitdrukking, rijkdom van beelden en vergelijkingen, fijne ironie en satire; er bestaan van haar drie bundels, getiteld: Dit is een scoon ende suverlijc hoek inhoudende veel scoone constige Refereynen, vol scrifturen ende doctrinen (1528), waarvan de derde druk (1548) met een tweeden bundel vermeerderd was en Een zeer scoon en suyver hoek, verclarende die mogentheyt Godts, ende Christus ghenade over die sondighe menschen (1567). Afkeerig van de reformatie bestreed zij heftig Luther en zijn leer, terwijl zij ook hevig te velde trekt tegen allerlei verkeerdheden en gebreken van haar tijd. Een nieuwe uitgave van haar Refereinen bezorgde Dr. W. L. van Helten in 1875 (met een glossarium); in 1880 verschenen Nieuwe Refereinen van Anna Bijns, uitgegeven door Jonckbloedt en van Helten.