Bifilaire ophanging - ophanging aan twee draden. Bij magnetometers, electro-dynamometers en galvanometers, waarbij de systemen, die om eene verticale as draaibaar moeten zijn, vrij zwaar zijn, worden deze soms in plaats van aan één, aan twee onderling evenwijdige draden opgehangen. Het mechanische koppel, dat het systeem naar zijnen evenwichtsstand terug drijft, en dat, zoolang de draaiinghoek niet te groot is, evenredig aan de grootte van dezen hoek is, bestaat dan uit drie deelen.
In de eerste plaats veroorzaakt de zwaartekracht een koppel, aangezien het systeem bij afwijking uit den evenwichtsstand iets opgelicht wordt; in de tweede plaats ontstaat er een koppel tengevolge van de wringing der draden, terwijl ten slotte ook de buiging der draden een koppel tengevolge heeft. Wanneer de draden dun zijn en hun onderlinge afstand niet al te klein is, dan overweegt het eerste koppel verreweg. Dit koppel is des te grooter — en derhalve de gevoeligheid der ophanging des te kleiner — naarmate de onderlinge afstand der draden grooter is.