Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bibliothèque nationale

betekenis & definitie

Bibliothèque nationale - te Parijs, de rechtstreeksche erfgename der handschriften- en boekenverzamelingen van de Fr. koningen, bestond tot op Lodewijk XIII bijna uitsluitend uit handschriften. Men bezit nog den kostbaren catalogus, opgesteld door Gilles Malet, van de handschriften, tezaamgebracht door den Fr. Koning Karel V. Vanaf de 17e eeuw beginnen de beheerders der B. n. steeds grooter gewicht te hechten aan gedrukte boeken. — De B. n. was onder Karel V gevestigd in den toren van het Louvre, onder Frans I te Fontainebleau, onder Lodewijk XIII in de Laharpe-straat, onder Lodewijk XIV in de Viviennestraat; sedert Colbert werd een begin gemaakt met de thans nog bestaande huisvesting in de Richelieu-straat. — De B. n. bestaat uit vijf afdeelingen: 1) de gedrukte werken, 2) de handschriften, 3) de prenten, 4) de kaarten, 5) de munten en penningen. — Haar verzamelingen groeien voortdurend aan: ten eerste door wat men noemt „le dépôt”.

Ieder Fr. drukker is namelijk verplicht twee exemplaren van alles wat hij drukt af te staan. Hiervan wordt één ex. naar de B. n. gezonden; verder door vrijwillige giften en legaten; eindelijk door aankoop, 50 a 70000 deelen per jaar. — De B. n. bezit meer dan drie en een half millioen gedrukte boekdeelen, meer dan honderd duizend handschriften, ongerekend de ontelbare charters en andere documenten, bij de drie millioen prenten en bij de twee honderd duizend munten en penningen. — Iedere afdeeling heeft haar werkzaal; die der gedrukte werken heeft er twee, waarvan de grootste, die 344 zitplaatsen bevat, slechts toegankelijk is voor hen, die een door de administratie afgegeven kaart kunnen vertoonen. De boeken moeten in de zaal zelf geraadpleegd worden, zij worden niet uitgeleend.

< >