Bert (pieter de) - of Petrus Bertius, Nederl. hoog leeraar, van Vlaamsche afkomst, geb. 1665 te Beve len; genoot zijn opvoeding in Engeland, waarheen zijn ouders om des geloofswille waren gevlucht, stu deerde te Leiden, Heidelborgen Straatsburg; werd in 1693 door de Staten van Holland benoemd tot onderregent van hun theol. college te Leiden (Sta ten-college) en in 1607 als opvolger van zijn schoon vader Joh. Cuchlinus tot regent, bij welke gelegen heid hij zijn buitengewoon professoraat in de zede kunde neerlei. Toen hij in 1616 als regent aftrad, werd hij gewoon hoogl. inde zedekunde.Wegens zijn Arminiaansche gevoelens werd hij in 1619 als zooda nig afgezet. Om in de behoeften van zijn talrijk gezin te voorzien, zag hij zich gedwongen de wijk te nemen naar Frankrijk.
Den 25 Juni 1620 ging hij te Parijs tot de Roomsche kerk over. In 1621 volgden zijn vrouw en kinderen zijn voorbeeld. Intusschen was hij 2 Oct. 1620 reeds opgetreden als hoogl. in de welspre kendheid aan het college te Bon-Court. In 1622 werd hij benoemd tot Koninklijk geschiedschrijver en tot hoogl. in de mathemat. wetenschappen van het koninklijk college. Als kartograaf is hij bekend geworden door het werk Tabularum geographi carum contractarum libri quinque, Amstelodami Apud Cornelium Nicolai, Anno 1600 (2de druk 1602, 3de 1606, in 1616 en 1618 zeer vermeerderd uitgegeven en verdeeld in 7 boeken). Het is een be langr. zakatlas, bevattende 169 kaartjes, later uitgebreid tot 220, gegraveerd door Pieter van der Keere. De kaartjes zijn eene navolging van Orte lius, maar aangevuld met de resultaten der laatste ontdekkingen. Vele kaartjes zijn de eerste speci aalkaarten van deelen van Amerika en Indië, welke wij kennen, b.v. die van St.-Helena, Fercère, Mozambique, verschillende provinciën van Hin dostan, Java, Borneo, de eil. der Molukken, de Philippijnen, Nieuw-Guinea, Japan, enz.
De tekst is eveneens zeer belangrijk, daar deze verschillende ontdekkingsreizen behandelt. Wegens de vele er in voorkomende plattegronden van steden in Ne derland, Zwitserland, Skandinavië, Duitschland, enz. is ook van belang zijne Commentariorum rerum Germanicarum libri tres, Amst. Joa. Janssonius. B. stierf te Parijs 3 Oct. 1629. Vier zijner zonen om helsden den geestelijken stand. De bekende Con traremonstrant Festus Hommius was zijn zwager. B. was een man van groote geleerdheid, zooals uit zijn talrijke geschriften blijkt, maar geen man van vaste godsdienstige overtuiging. Zie over hem: M. Siegenbeek, Gesch. der Leidsche Hooge school, 2 dln. Leiden 1829,32 II Toevoegselen en bijlagen. B. Glasius, Godgeleerd Nederland. ’s-Hertogenbosch 1851, I, .