Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Berry (prov.)

betekenis & definitie

Berry (prov.) - voormal. prov. in Midden-Frankrijk, ongev. 14000 K.M.2 groot; het centrum bestaat uit de champagnes, eentonige, dun bevolkte vlak ten met graanbouw en schapenteelt. In de oudheid werd het bewoond door de Kelt. Bituriges, die hun naam zouden hebben gegeven aan het land; hun rijke en machtige hoofdstad Avaricum werd door Caesar ingenomen en verwoest, maar bloeide later weer op als de tegenw. hoofdst.

Bourges. In 475 werd het door de Westgoten veroverd en na Clovis door graven geregeerd, totdat Eudo het omstreeks 1100 aan Koning Philips I verkocht, om deel te kunnen nemen aan de kruistochten; in 1360 tot hertogdom verheven, werd het in leen gegeven aan Jean, derden zoon van Koning Jean II, den Goede; Karel VII, bijgenaamd „koning van Bourges”, hield zich bij voorkeur in deze streek op, die ten slotte in 1601, na den dood van Louise van Lotharingen, weduwe van Hendrik III, met Frank rijk vereenigd werd; in later tijd kregen slechts prinsen van den bloede den titel van hertog van Berry.

< >