Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Berlioz (hector)

betekenis & definitie

Berlioz (hector) - geb. 11 Dec. 1803 te Côte St. André, overL 8 Mrt. 1869 te Parijs, een der grootste Fr. componisten, maar ook een der meest romant. wildste kunstenaars-naturen, die de geschiedenis kont. Zijn muzikale studiën bepaalden zich in zijne jeugd tot het beoefenen van de fluit en de gitaar. Het doorlezen van een boek over de beginselen der harmonieleer was voldoende om de neiging tot componeeren bij hem te wekken. Zoo ontstonden verschillende werken, die in den familiekring werden gespeeld, maar niet verder bekend geworden zijn, en ook nooit zijn teruggevonden. Zijn vader, medicus van beroep, wenschte dat ook B. zich de in medi cijnen zou bekwamen, en zond hem naar Parijs, waar hij als medisch student aan de univers, werd ingeschreven.

De studie stond hem tegen, de mu ziek trok hem onweerstaanbaar aan en B. vatte — tegen den zin van zijne ouders — het besluit, zich aan de toonkunst te wijden. Hij werd a.h. Conser vatoire als leerling aangenomen en studeerde theorie en contrapunt bij Lesueur. B. moest — omdat zijn vader hem zijn steun onttrok — in zijn onderhoud voorzien, door als korist mee te zingen a. h. Théâtre du Gymnase, maar hield vol tot het einde, omdat hij gevoelde éénmaal zijn doel te zullen bereiken. Eene mis, in de Rochuskerk uitgevoerd, vestigde het eerst de aandacht op den jongen kunstenaar. Na meermalen vruchteloos meedingen, behaalde B. — met de cantate Sardanapale — den „Prix de Rome”, hetgeen hem de verplichting oplegde eeni ge jaren in Italië te gaan studeeren. Teruggekeerd, vatte hij eene wanhopige liefde op voor de Engelsche tooneelspeelster Miss Smithson; in deze gemoedsstemming schreef hij zijne fantastische Symphonie Episode de la vie d'un artiste, die wel als een zijner voornaamste werken mag worden beschouwd. Een „vervolg” hierop: Lelio, ou le retour à la Vie is, door de heterogeniteit van zijn bestanddeelen van minder belang. Later volgden la Damnatiën de Faust, de symphonieën Harold en Italië en Romeo et Juliette. Deze laatste is eene minder gelukkige verbinding van het lyrisch en het dramatisch karakter der muziek. Met zijne opera’s Benvenuto Cellini, Beatrice et Benedict, les Troyens had B. weinig geluk; de ware dramatische ader ontbrak hem.

B. maakte, om zijne werken onder eigen lei ding uit te voeren, groote reizen door Duitschland, Oostenrijk en Rusland, en — eigenaardig! — hij werd daar meer gewaardeerd dan in zijn vaderland. Eerst na zijnen dood drongen zijne werken te Parijs door, voornamelijk tengevolge van de ijverige pro paganda der dirigenten Jules Padeloup en Charles Lamoureux. Tegenwoordig wordt B. algemeen er kend als eene geniale, oorspronkelijke natuur, als schepper van de programma-muziek*, als hervormer en ontdekker op het gebied der instrumentatie*. Hij schreef een uitnemende Traité d' Instrumen tation. B. was bovendien een geestig en vaardig schrijver over muzikale onderwerpen. Onder zijne geschriften zijn vooral merkwaardig de Mémoires en de Soirées d' Orchestre. Zijne critische artikelen in verschillende Fransche bladen werden even gaarne gelezen door het publiek, als gevreesd door de uit voerders. Zijne pen was zeer scherp. Litteratuur: Jullien, Prodhomme, Tiersot, Boschot, Rud.Louis, Pohl.

< >