Berger (samuel)

betekenis & definitie

Berger (samuel) - Fr. theoloog (Luth.) en schrijver, geb. te Beaucourt (Boven-Rijn), 2 Mei 1843, overl. te Sèvres (Seine-et-Oise), 13 Juli 1900; hij studeerde theologie te Straatsburg en te Tübingen, en letterk. aan de Faculté des lettres te Parijs; hij promoveerde in 1867 in de godgeleerdheid, op: F. C. Baur, les ori gines de l'école de Tubingue et ses principes (Paris 1867); in hetzelfde jaar werd hij pasteur-vicaire van de kerk der Augsburgsche confessie te Parijs, en wijdde zich sinds aan de geestel. belangen van de bewoners der wijk Gros-Caillou, bezocht de zieken en paupers, gaf onderwijs aan kinderen van onver mogenden, en hield zich in zijn onbezette uren bezig met Christel, oudheidkunde en middel-eeuwsche geschiedenis. In 1877 werd hij benoemd tot biblio thecaris der Faculté de théologie protestante te Parijs, als hoedanig hij zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Zijn hoofdwerken zijn: Histoire de la Vulgate pendant les premiers siècles du moyen-âge (1893); La Bible au XVIe siècle, étude sur les origines de la critique biblique (1879); La Bible française au moyen âge (1884); De l’histoire de la Vulgate en France (1886); Les Bibles provençales et vaudoises (1889) ; Nouvelles recherches sur les Bibles provençales et vaudoises (1890); Notice sur quelques textes latins inédits de l'Ancien Testament (1893); De la tradition de Vart grec dans les manuscrits latins des évangiles (1893); Quam notitiam linguae hebraicae habueruni christiani medii aevi temporibus in Gallia (1894); La Bible italienne au moyen âge (1894); Le Procès de Guillaume Briçonnet (1896); Un ancien texte latin des Actes des apôtres (1896); Les Reliques de l'abbaye de Saint-Riquier au IXe siècle (1895); L'Eglise luthérienne et la France (1897); Les Manuels pour l'illustration du psautier au XlIIe siècle (1898).