Bepleisteren - van een muur is, dezen bedekken met een dunne laag pleisterspecie. Het geschiedt door middel van pleistertroffels en wordt door stucadoors of metselaars verricht. Het b. pleisteren of afpleisteren van eenig metsel- of stucadoorswerk heeft ten doel om het een harde, gladde, dichte en meestal witte oppervlakte te geven. Daartoe wordt de muur of het plafond eerst met een laag zuivere metselspecie bestreken, welke met een rij* vlak bewerkt wordt en daarna met houten bordjes ge schuurd om de oppervlakte dichter en effener te maken.
Over deze laag komt dan, nadat ze wat is aangedroogd, de eigenl. bepleistering, die slechts een of een paar m.M. dik wordt. Betonwerk, dat ruw uit de vormen, waarin het gestampt werd, te voorschijn komt, wordt soms ook afgepleisterd. Hiervoor wordt dan een cementspecie gebruikt, terwijl bovenbedoeld b. gewoonlijk geschiedt met een specie van kalk en gips. Met b. wordt ook wel de geheele muurbedekking, ontstaan door het be rapen en b. bedoeld; men spreekt b.v. van huizen, welke van buiten bepleisterd zijn.
