Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Behrens (theodor heinrich)

betekenis & definitie

Behrens (theodor heinrich) - mineraloog, 1843— 1905, studeerde en promoveerde te Kiel, waar hij privaat-docent was, toen hij in 1874 benoemd werd tot hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft. Hij was tot 1898 belast met het onderwijs in delfstof- en aardkunde en in mijnontginning ten be hoeve der mijningenieurs, besteedde echter inmid dels allen beschikbaren tijd aan de ontwikkeling der mikrochemie*. De publicatie in 1890 in de Annales de l’École polytechnique de Delft van een verhan deling: Essai d'une méthode d’analyse qualitative microchimique, maakte hem tot één der voornaamste zoo niet den voomaamsten grondlegger van deze nieuwe onderzoekingsmethode, die zich sedert snel ontwikkeld heeft. In 1898 werd aan B., met ont heffing van zijn vroegere taak, opgedragen het onderwijs in de mikrochemie aan de P.S. te Delft. Zijn verder leven bleef aan de ontwikkeling der mikrochemie en metallografie * gewijd.

Behalve tal van tijdschrift-artikelen verscheen van zijn hand: Analyse microchimique (1893, in Frémy’s Encyclopédie chimique), Das mikroskopische Gefüge der Metulle und Legierungen (1894); Anleitung zur mikrochemischen Analyse der unchtigsten organischen Verbindungen, Heft I—IV (1895—1897). Van de Analyse microchimique verscheen bijna gelijktijdig een Engelsche en in 1895 een Duitsche bewerking onder den naam Anleitung zur mikrochemischen Analyse. Zie verder onder KLEY.

< >