Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beetsjoeanaland

betekenis & definitie

Beetsjoeanaland - Eng. gebied in Z. Afrika, tus schen de Kaapkolonie, Transvaal, Rhodesia en Duitsch-Z.W.-Afrika. B. werd in 1885 Eng. pro tectoraat (om de toen pas gevestigde Duitsche kolonie van de Boerenrepubliek af te scheiden); het Zuid. gedeelte (ten Z. van de Nassob en Molopo) werd als Britsch Beetsjoeanaland bij de Kaap kolonie ingelijfd; het overige behoort als Beetsjoea naland-Protectoraat aan de )„British-South-Africa Company” en wordt nog grootendeels door inland sche vorsten bestuurd. Een strook in ’t W., die den grooten spoorweg van Kimberley over Mafeking naar Boelawayo en de Zambesi bevat, staat daarom onmiddellijk onder de Compagnie. — B. is een zeer droog en in den Kalahari* zelf woestijnachtig gebied. Iets meer neerslag heeft de hoogere O.-zij en ’t Okawango-gebied in ’t N. De neerslag bestaat alleen uit zomersche onweersbuien.

Dichte planten groei komt uitsluitend voor in ’t moerassige Oka wangoland, echter meest waterplanten zooals papyrus en riet. — Het hoogste deel van B. is het Beetsjoeanaplateau, de ruim 1000 M. hooge strook in ’t O., langs de Transvaal, waar ook de spoorweg doorgaat. Dit is het best bevolkte deel. De dorpen der inboorlingen liggen langs de rivieren (o.a. de Notwani, zijrivier der Limpopo) en bij de water houdende laagten („pannen”). Men teelt er in den natten tijd hier en daar negerkoren en mais; be langrijker zijn echter de weidegronden; de kudden hebben echter zeer geleden door de groote runder pest van 1896. Naar ’t W. gaat dit land langzaam over in de bijna waterlooze Kalahari, een ± 900 M. hooge woestijnvlakte. Hier zijn slechts de woon plaatsen van zwervende jagers, die leven van den verkoop van huiden en struisveeren.

Deze Kalabari bewoners („Bakalahari”) staan meestal in een afhankelijke positie tegenover de Beetsjoeanen. Vooral het Z. der Kalahari is zeer droog en slechts uiterst spaarzaam door Hottentotten bewoond. Gunstiger bestaansvoorwaarden bieden weer de Noordelijker streken van ’t nu bijna geheel opge droogde Ngami-Meer*, waaraan het Okawango moerasland aansluit en ’t eveneens moerassige Makarrikarribekken. Ook daar vindt men dus een eenigszins dichtere bevolking. Geheel in ’t W., in de woestijn tusschen de Botletle en de Zambesi, leiden slechts enkele stammen van vruchten zoekende Boschjesmannen een ellendig bestaan. De bevolking van geheel B., een gebied van 276.000 K.M.2, wordt geschat op 350.000 inw. Zelfs in de meest bevoorrechte gebieden moet de bevolking vaak verhuizen wegens het opdrogen van bronnen. Zoo moest in 1887 de hoofdplaats van Khama’s rijk verplaatst worden van Sjosjong naar Palapye. Dit rijk is het belangrijkste van alle Beetsjoeanastaten; het strekt zich uit van het Ngami-Meer tot de Limpopo en had eens een zeer belangrijke veeteelt, die echter de verliezen, door de runderpest geleden, nog niet te boven gekomen is. — Het econom. belang van B. ligt grootendeels in den genoemden spoorweg, die het tot verbindingsland heeft gemaakt tusschen Kaapland en Rhodesia.

< >