Beenontsteking (ostitis) - De eigenl. beensubstan tie is als zoodanig niet voor ontsteking vatbaar. De ontstek.-processen hebben plaats in het beenmerg, in het weefsel, dat tusschen de beensubstantie ligt in de kanalen van Haver en in het beenvlies, zoo dat de eigenl. b. bijna steeds gepaard gaat met beenmerg- en beenvliesontsteking. Acute vormen kunnen door alle ontst. verwekkende micro-orga nismen veroorzaakt worden; zij kunnen optreden tijdens een acute infectieziekte (influenza, typhus), soms nadat deze ziekte schijnbaar geheel genezen is. Zij kunnen zich ook zelfstandig ontwikkelen; de verwekkers zijn dan vermoedelijk langs de bloedbaan in het been weefsel gekomen. De acute vor men van been- en beenmergont steking kunnen hooge koortsen ge ven; zij zijn in het begin, wanneer plaatselijke verschijnselen nog ont breken, als zoodanig moeilijk te herkennen.
Er kunnen zich ab cessen vormen; de etter tracht zich dan een weg naar buiten te banen. waardoor een fistel kan ontstaan, Door de ontsteking kunnen stuik jes been afsterven en los tusschen het niet doode weefsel blijven liggen (sequesters). De ontsteking zal niet ophouden, de eventueel aanwezige fistel zal zich niet sluiten, zoolang nog dood been aanwezig is. De acute vormen, die met ettering of sequestervorming gepaard gaan, moeten operatief behandeld worden. Door ver wonding kunnen lichte vormen van acute been ontsteking ontstaan. Bij de chronische vormen kunnen belangrijke veranderingen aan het been ontstaan: een deel van het hardere been kan ver loren gaan en maakt plaats voor woekeringen van zacht weefsel (caries van het been). Hierdoor kun nen vormveranderingen te voorschijn worden ge roepen. Naast deze vernietigende werking van het ontstekingsproces kan nieuw-vorming van verbee nend weefsel plaats grijpen, waardoor het geheele been een zeer onregelmatigen vorm krijgt.
Bijzon dere vormen van chronische b., waardoor veel been weefsel kan verloren gaan, worden veroorzaakt door syphilis en tuberculose. De eerste treedt dik wijls in het neusbeen en in de schedelbeenderen, tuberculose vooral in de wervels, in de beenderen der ledematen en in de ribben op. Tuberculose van de beenderen wordt soms beeneter genoemd. Voor de behandeling van de beentuberculose zijn geen algemeene regels te geven. Rust en goede, krach tige voeding zijn in ieder geval noodzakelijk; daar naast kan in aanmerking komen plaatselijke chi rurgische behandeling, plaatselijke of algemeene medicamenteuze behandeling, bestraling, zenden van den patiënt naar het hooggebergte of naar de zee. Welke behandeling gekozen zal worden, moet in ieder geval afzonderlijk worden beslist.