Bedeau (marie alphonse), - een Fr. generaal, geb. 10 Aug. 1804 in Berton bij Nantes, ontving zijne opleiding aan de militaire school van La Flèche, daarna te St. Cyr, trad in 1825 als luitenant in het leger, werd in 1831 kapitein-adjudant van den generaal Gérard, nam in diens staf aan de belegering van Antwerpen (1832) deel en werd hier als parlementair naar den generaal Chassé gezonden. In Dec. 1836 ging hij als bataljons-commandant in het vreemdenlegioen naar Algerië, onderscheidde zich in 1837 bij de bestorming van Constantine, werd daarna benoemd tot luit.-kolonel en commandant van laatstgenoemde stad, werd in 1838 commandant van Boedschia, voerde meerdere gelukkige gevechten tegen de Kabylen, werd in 1839 kolonel, maakte in 1840 de expeditie naar Scherschell mede, werd in 1841 brigade-generaal, kreeg in 1842 het bevel over de troepen aan de Marokkaansche grens, maakte zich van Tlemsen meester, dreef Abd-el-Kader terug en nam in 1844 deel aan eene reeks van gevechten, welke 14 Aug. met den slag aan de Isly eindigden. In Sept. 1844 werd hij divisie-generaal en bevelh. in de prov. Constantine, commandeerde in 1845 de expeditie van Aures, onderwierp de oproerige Arabierenstammen, onderdrukte den opstand in de prov. Oran en behaalde in het voorjaar van 1847 eene overwinning bij Boedschia. 1 Juli 1847 werd hij waarnemend gouv.-gen. van Algerië, gaf in Oct. het bewind aan den hertog van Aumale over en keerde terug naar Frankrijk. Bij het uitbreken van de Febr.-revolutie van 1848 was B. met verlof te Parijs en kreeg in den nacht van 23 op 24 Februari van maarschalk Bugeaud het commando over eene stormcolonne, welke echter niet in actie kwam. Het Voorloopig Bewind benoemde hem eerst tot minister van oorlog, later tot opperbevelh. van het leger van Parijs. Als zoodanig voerde hij bij den Juni-opstand het bevel in de binnenstad en werd zwaar gewond. Later werd hij door het dept. Loire Inférieure in de Constit. Verg. gekozen en werd Vice-voorz. van dit lichaam; na den coup d’état van 2 Dec. 1851 liet Louis Napoleon hem gevangen nemen en met de generaals Cavaignac en Lamoricière, eerst naar de gevangenis Mazas en daarna naar Ham brengen. Spoedig daarna uit de gevangenis ontslagen, ging hij naar België en leefde daar teruggetrokken te Brussel. Na de amnestie keerde hij naar Frankrijk terug en stierf in den nacht van 29 op 30 October 1863 te Nantes.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk