Bebosschen

betekenis & definitie

Bebosschen. - Een terrein kan worden beboscht door zaaien of door planten. Zaaien vindt meestal enkel plaats, waar de grond geen ingrijpende voorbereiding meer behoeft. Wil men planten, dan moet de grond meer of minder worden bewerkt, opdat de wortel behoorlijk kan worden uitgespreid. Bij bebossching van woeste gronden wordt in hoofdzaak gebruik gemaakt van grove dennen, die soms worden gezaaid, maar meestal geplant. Bij het zaaien wordt 5-6 K.G. dennenzaad per H.A. uitgezaaid; bij het planten worden de eenjarige of 2-jar. verspeende dennen gepoot op afstanden van circa 75 c.M. Op goede gronden kan de den worden gemengd met loofhout, in de eerste plaats eik. Is de grond van goede hoedanigheid, dan kan bij de bebossching ook gebruik worden gemaakt van andere houtsoorten, als de grove den, o.a. van eik, douglasspar, beuk, enz. Vóór dat woeste gronden worden beboscht, wordt soms, ter verbetering van den bodem, een vóórbouw van landbouwgewassen toegepast. In Nederland worden tegenwoordig, dank zij vooral het werk der Ned. Heidemaatsch. en van het Staatsboschbeheer jaarlijks circa 1000 a 1500 H.A. woesten grond beboscht.