Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beaumont (jan)

betekenis & definitie

Beaumont (jan), - van Henegouwen, heer van, geb. omstreeks 1288, was de vierde zoon van Jan II van Avesnes, Graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen (1299-1304); zijn oudere broeder Willem volgde in 1304 zijn vader als Graaf in deze gewesten op (1304-1337). B., wiens daden met zooveel voorliefde door den beroemden kroniekschrijver Froissart beschreven worden, was het type van een schitterend edelman, die overal, waar hij vertoefde, zoowel door zijne dapperheid als door zijn grooten rijkdom een even geziene als welkome gast was. Reeds op vijftienjarigen leeftijd voerde hij het bevel over de Henegouwsche troepen, die in Maart 1303 de stad Lessines tijdens eene belegering door de Vlamingen verdedigden. In September 1326 ondernam hij met een driehonderdtal ridders en hunne volgelingen een stoutmoedigen tocht naar Engeland, die ten doel had, den zwakken Honing Eduard II, in samenwerking met de oproerige Engelsche bevolking, te onttroonen en Koningin Isabella, die met haar zoon (later Eduard III) naar Henegouwen gevlucht was, op den troon te herstellen. Deze onderneming verliep voorspoedig, zoodat na korten tijd Eduard Il afgezet, diens almachtige gunsteling Spencer ter dood gebracht en in Febr. 1327 Eduard III tot Koning gekroond werd. In Juli van dit jaar nam B. deel aan den mislukten veldtocht van Eduard tegen de Schotten en na afloop hiervan kreeg hij voor zijne bewezen diensten van den Koning een hoog jaargeld. In Dec. 1327 begeleidde hij zijne nicht, de jeugdige Koningin Philippa, naar Engeland, streed in 1328 met Koning Philips van Valois bij Cassel tegen de Vlamingen, doch kreeg later met dezen oneenigheden, zoodat hij in 1338 aan de zijde van Eduard III tegen Frankrijk streed. Door bemiddeling van zijn schoonzoon, den graaf van Blois, verbrak B. echter het bondgenootschap met Engeland en sloot zich bij Philips van Valois, Koning van Frankrijk, aan, nadat deze hem belangrijke giften had geschonken. Na den ongelukkigen slag bij Crécy was B. een der weinige edellieden, die Koning Philips uit den strijd in veiligheid brachten. B. stierf 11 Maart 1356 te Valenciennes en werd aldaar in een klooster begraven. Hij spoorde Jean le Bel aan tot het schrijven zijner kroniek en beschermde eveneens Froissart. Voor B.’s leven tot 1327 zie men de dissertatie van Waller Zeper (Leiden, 1914).

< >