Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beaumarchais (pierre augustin caron, de)

betekenis & definitie

Beaumarchais (pierre augustin caron, de), - Fr. tooneelschrijver, geb. te Parijs, 24 Jan. 1732, zoon van een horlogemaker, die hem in dit beroep opleidde, dat hij echter reeds in 1755 voor goed verliet; hij kocht in dat jaar een betrekking aan het hof, nam den naam van B. aan en huwde in 1756 met de vermogende weduwe Franguet, die hij echter spoedig weer verloor. Als muziekmeester van de dochters van Lodewijk XV benoemd, maakte hij van zijn krediet gebruik om den financier Pâris-Duverney aan zich te verplichten, die, door B. in zijn speculaties te betrekken, een groot vermogen bijeenbracht en B. een tijdlang ruim van geld voorzag. In 1761 kocht B. zich den titel van secretaris des konings. In 1764 ging hij naar Spanje om een zijner zusters, door haar ontrouwen minnaar Clavijo verlaten, te wreken, in waarheid echter met polit. oogmerken, die evenwel mislukten. Dit avontuur leverde hem de stof voor zijn eerste drama Eugénie, (1767); twee jaren later liet hij zonder veel bijval Les deux amis opvoeren. In hetzelfde jaar stierf Pâris-Duverney, een vordering groot 15.000 fr. aan B. nalatende, welke door graaf La Blache, erfgenaam van den overledene, bestreden en onecht verklaard werd; de zaak kwam voor het gerecht; B. won haar in eerste instantie, doch verloor haar, toen La Blache in appel ging (1773); tijdens de instructie had hij, om gehoor te krijgen bij den raadsheer Goëzman, de vrouw van dezen geschenken en geld gegeven; na de voor hem ongunstige uitspraak ontving hij de geschenken terug, doch vorderde ook het geld op, waaruit een nieuw rechtsgeding ontstond, dat overvloedig stof tot vroolijkheid gaf, B. eensklaps populair maakte en het aanzijn gaf aan een zijner meesterwerken, Mémoires (1774). B. werd echter veroordeeld en zijn Mémoires naar den brandstapel verwezen. Een jaar later (23 Febr. 1775) werd zijn Barbier de Séville opgevoerd, reeds in 1772 door hem aan de directie der Comédie-Française gezonden, doch na de eerste opvoeringen verboden. Hij volbracht daarop allerlei buitenl. zendingen, gaf de werken van Voltaire uit, mengde zich in allerlei industr. en financ. ondernemingen, en verkreeg ten slotte, dat zijn verboden Mariage de Figaro mocht worden opgevoerd, hetgeen 27 April 1784 geschiedde, met reusachtig succes. Na het uitbreken der revolutie kwam hij door zijn rijkdom en zijn verleden in allerlei ongelegenheden; zijn Mère coupable, vervolg op Le Mariage de Figaro, had terecht slechts een matig succes. De aankoop van een partij geweren in Holland voor de Fr. regeering bracht hem in groote moeilijkheden: hij werd zelfs gevangen gezet, ontvluchtte echter naar Londen, ging naar Hamburg, keerde in 1796 naar Frankrijk terug, en stierf 19 Mei 1799. — Zie: Œuvres complètes, éd. Moland, 1874; H. Cordier, Bibliographie de B., Paris 1883 ; P. Bonnefou, Etude sur Beaumarchais, Paris, 1887; A. Hallays, Beaumarchais, Paris, 1897.

< >