Beaconsfield (benjamin disraeli), - Graaf van, Eng. staatsman en schrijver, geb. 21 Dec. 1804 te Londen, overl. 19 Apr. 1881. Hij stamde af van een Joodsche familie en werd 31 Juli 1817 tegelijk met zijn vader gedoopt. In 1825 verscheen zijn eerste roman Vivian Grey (5 dln.), waarin hij een levendig, doch weinig vleiend beeld van de zeden der Eng. aristocratie gaf, en welk werk een zeldzaam succes had en hem plotseling tot een gevierd schrijver maakte. Van 1828-31 reisde hij in Italië en het Oosten; uit den eersten tijd na zijn terugkeer dateert de roman Contarini Fleming, a psychological autobiography (1832) en The wondrous tale o/ David Alroy (1833). Maar hij keerde zich nu tot de politiek, die toenmaals geheel door den strijd over parlementshervorming werd beheerscht. In de brochure What is he? (1832) legde hij een zuiver democr. programma neer en schreef kort daarop een de revolutie verheerlijkend Revolutionary epic (183); zijn pogingen om een zetel in het parlement te bemachtigen, mislukten tot 1837, toen hij zich bij de conserv. partij had aangesloten. Door zijn huwelijk met Mrs. Wyndham Lowis (Aug. 1839) werd hij financieel onafhankelijk en slaagde hij erin zich langzamerhand politieken invloed te verwerven; met Lord Manners, George Smythe en anderen stichtte hij de partij, welke zich die van Jong-Engeland noemde en wier beginselen en streven hij uiteenzette in den roman Coningsby, or the new generation (1844); ook Sibil, or the two nations (1845) en Tancred or the new crusade werden met politieke oogmerken in het licht gegeven. Nadat hij eenigen tijd een der ijverigste medestanders van Peel was geweest, keerde hij zich tegen dezen en greep hem aan met alle middelen zijner scherpe pen en tong. Ten slotte werd hij door de tory-partij, die hem, als Jood, tot nog toe terughoudend had bejegend, na den dood van Lord Bentinck, als haar leider erkend. In Febr. 1852 werd hij door Lord Derby tot kanselier der schatkist benoemd; het door hem ingediend en door Gladstone fel bestreden budget, deed in Dec. ’52 het ministerie vallen. Eerst in Febr. 1858 kwamen de tories weder aan het roer; in het tweede ministerie Derby kreeg B. weer den post van kanselier der schatkist. Hij was ditmaal gelukkiger met zijne financieele maatregelen; ook bewerkte hij de toelating als lid van het Lagerhuis van Joodsche afgevaardigden; doch met een voorstel tot uitbreiding van het kiesrecht (1859) bracht hij andermaal het ministerie, waartoe hij behoorde, ten val. In 1866 na den val van het ministerie Rusfelt-Gladstone verscheen hij met het derde ministerie-Derby wederom op het tooneel der politiek; hij herkreeg zijn post aan de kanselarij, zegevierde met zijn kiesrechthervormings-ontwerp, en nam, toen Derby zich om gezondheidsredenen terugtrok en op diens voordracht als eerste minister de leiding der regeering over, doch zag zich reeds enkele maanden later gedwongen ontslag te nemen (3 Dec. 1868). Gladstone kwam in zijn plaats, tot 1874, in welk jaar B. opnieuw de leiding der zaken in handen kreeg. Nu brak het schitterendst tijdperk van zijn loopbaan aan, gedurende hetwelk hij vele hervormingen, waaronder vele in het belang der arbeidende klasse, doorzette, doch ook de buitenl. politiek van Engeland met kloeke hand bestuurde (inlijving der Fidsji-eilanden; aankoop der Suez-kanaal aandeelen van den Khedive; congres van Berlijn 1878). In 1876 verhief koningin Victoria hem in den adelstand en schonk hem den titel van graaf van B. De oppositie van Gladstone bracht hem Maart 1880 ten val.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk