Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bassermann

betekenis & definitie

Bassermann - (Heinrich), Duitsch theoloog (Prot.), geb. 12 Juli 1849 te Frankfurt a/M., studeerde te Jena, Zürich, Heidelberg, werd hulpprediker te Arolsen 1873, priv.-doc. te Jena 1876 en in hetzelfde jaar buitengewoon hoogl. voor pract. theologie te Heidelberg, waar hij in 1880 ordinarius werd en in 1884 Schenkel opvolgde als director van het Predigerseminar. Hij bleef hier werkzaam tot zijn dood, 29 Aug. 1909. Hij was een karaktervol man, grondig wetenschappel. werker, ijverig docent, behoorde op kerkel. gebied tot de liberalen, maar had zijn eigene opvattingen over liberalisme, zoodat hij tegenover het moderne subjectivisme zich conservatief achtte en zich gebonden voelde aan het hist. gegevene Christendom. Hij schreef: Handbuch der geistlichen Beredsamkeit (Stuttg. 1885), Entwurf eines Systems der evang. Liturgik (1888), Beiträge zur praktischen Theologie (Leipz. 1909); na zijn dood gaf zijn weduwe eenige zijner academ. preeken uit (1911) onder den titel Was ist der Mensch, dasz du sein gedenkest. In 1879 was B. begonnen met Rud. Ehlers e.a. het Zeitschrift für praktische Theologie uit te geven, dat in 1892 overging in handen van 0. Baumgarten en later onder anderen naam en redactie een geheel andere richting insloeg dan B. lief was.

< >